Vraag

Wat doen cliënten allemaal online?

Antwoord

Cliënten vinden het vaak leuk om online social media zoals Facebook, Instagram, WhatsApp, TikTok en Snapchat te gebruiken. Via social media volgen ze de ontwikkelingen van hun naasten en bekijken ze foto’s en filmpjes. 

 

Ook gebruiken ze social media voor het onderhouden van contact met familie en vrienden. Ze doen dat bijvoorbeeld via direct messengers (waarmee je berichten kunt versturen die niet voor iedereen zichtbaar zijn: niet alleen WhatsApp, maar ook Facebook en Instagram bieden die mogelijkheid). Ook gaan zij online soms op zoek naar nieuwe contacten, zoals via chatplatforms als Monkey – waar je een willekeurige onbekende te spreken krijgt. Het kan uitdagend voor cliënten zijn om hier verstandig mee om te gaan. Niet alle social media zijn populair, zo gebruiken mensen met een verstandelijke beperking vrijwel geen LinkedIn, Twitter of Clubhouse.   

 

Cliënten volgen op social media ook popidolen, filmsterren en influencers. YouTube is een favoriet platform waarop cliënten allerhande filmpjes bekijken over hun persoonlijke interesses en idolen. Daarnaast spelen veel van hen graag games op de Playstation, Nintendo DS of XBox, zoals het voetbalspel FIFA of het race-schietspel GTA 5. En in sommige gevallen doen cliënten aan online gok- en kansspelen. Ook luisteren cliënten graag muziek via bijvoorbeeld Spotify.  

 

Het komt minder vaak voor dat cliënten online uitgebreid informatie opzoeken. De vertrektijd van bijvoorbeeld een trein of bus opzoeken lukt soms nog wel. Maar vaak hebben ze hun eigen leer- of hulpvraag niet duidelijk genoeg voor ogen om diepgaand informatie te zoeken. Of ze kunnen deze niet zo formuleren dat ze optimaal gebruik kunnen maken van zoekmachines. Toch zijn er wel enkele cliënten die het bijvoorbeeld leuk vinden om via Google te onderzoeken wat hacken precies is en hoe dat werkt. 

 

Checkvragen

  1. Heb je voldoende inzicht in wat je cliënt online doet?

  2. Ga je het gesprek aan met je cliënt over zijn of haar online activiteiten? 

  3. Heb je bijvoorbeeld gevraagd hoe het vandaag was op internet?

  4. Doe je wel eens iets samen met je cliënt online?

  5. Begrijp je wat de online activiteiten van je cliënt voor hem of haar betekenen?

  6. Bespreek je de online activiteiten van cliënten wel eens met collega’s?

  7. Ben je je bewust van zowel de voor- als nadelen van de online activiteiten van je cliënt?