Blijf altijd het gesprek aangaan met je cliënt en wees hierin neutraal en zonder oordeel, of je cliënt nu slachtoffer of dader is. Hierdoor voelt je cliënt dat je er voor hem of haar bent en kom je samen verder. Maak helder welke stappen jullie gaan ondernemen en wanneer: “Vandaag gaan we kijken wie het precies is, volgende week bespreken we wat pesten precies is.” Maak je cliënt duidelijk dat jullie niet alles in één keer hoeven op te lossen.
Bespreek met je cliënt wat online pesten precies is, wat hij van jou kan verwachten, welke keuzes hij kan maken en wat daar wel of niet bij kan helpen. Hou er rekening mee dat veel mensen met een verstandelijke beperking wel zéggen dat ze iets snappen, maar dat ze dat doen omdat ze weten dat je dit als begeleider wil horen. Dit betekent dus niet dat ze het ook daadwerkelijk begrijpen. Vraag daarom altijd door. Zo help je je cliënt zelf te verwoorden wat er precies aan de hand is en hoe hij verder geholpen wil worden. Wanneer pesten overgaat in dreigen is er een mogelijkheid om aangifte te doen. Leg je cliënt in dat geval uit dat dit kan, en wat hij van dit proces kan verwachten.
Of je cliënt nu dader of slachtoffer is – in beide gevallen kan je cliënt iets leren van de ervaring. Het kan zijn dat zowel een dader als slachtoffer niet doorheeft dat het om pesten gaat. In sommige gevallen bagatelliseren cliënten het gedrag, of denken ze dat het alleen plagen is. Het is daarom belangrijk om uit te leggen wanneer het om pesten gaat: “Je mag iemand stom of lelijk vinden – maar laten we afspreken dat je dit niet meer tegen diegene zegt of typt.” Wees letterlijk en duidelijk in de afspraken die je maakt met je cliënt. Wanneer het gaat om een medebewoner of bekende, kan het helpen om samen het gesprek aan te gaan over de gevolgen van het pesten.
Aan online pesten zit ook een technische kant. Je kunt je cliënt helpen door te laten zien dat hij een pester kan blokkeren. En leg uit dat er mensen zijn op internet die expres anderen proberen uit te lokken door hen te pesten. Dit soort mensen worden ook wel internettrollen genoemd. Help je cliënt te begrijpen dat reageren op dit soort pesters geen zin heeft.
Laat je cliënt eventueel een workshop of les over mediawijsheid volgen, zoals WhatsHappy of InstaGrap.
Checkvragen
-
Herken je de signalen van online pesten?
-
Ken je het verschil tussen pesten en ?
-
Is je cliënt slachtoffer of dader van online pesten?
-
Heeft je cliënt door dat het om pesten gaat?
-
Heb je de situatie samen in kaart gebracht? Weet je wie de ander is?
-
Heb je je cliënt duidelijk uitgelegd wat pesten is en wat hij eraan kan doen?
-
Weet je wat je cliënt precies wil, snapt je cliënt welke keuzes er zijn?
-
Help je je cliënt om de gekozen stappen op een rustig tempo te zetten?
-
Is er bewijsmateriaal dat je kunt verzamelen, zoals screenshots?
-
Als er sprake van bedreiging is, wil je cliënt dan aangifte doen?