Onderzoek eerst hoe het komt dat je er anders over denkt dan je cliënt. Maak je je zorgen om iets concreets? Heb je wellicht andere normen? Je cliënt bepaalt namelijk zelf hoe lang hij gamet of appt. Je kunt wel je cliënt ondersteunen met een gesprek. Probeer daarbij eerst meer te weten te komen over de game of app en wat die betekent voor je cliënt. Speel bijvoorbeeld eens mee of stel vragen: wat vind je zo leuk aan deze game? Hoe komt het dat je het zoveel speelt?
Het is niet eenduidig wat ‘te veel’ of is. De hoeveelheid uren achter het beeldscherm zijn niet altijd de beste indicator dat er iets aan de hand is. Kijk liever of die tijd ten koste gaat van andere belangrijke levensgebieden, zoals: slapen, eten, sporten, zelfverzorging, sociale contacten en eventueel school, werk of andere activiteiten. En of het gamen of appen concrete problemen veroorzaakt, zoals rugpijn, hoofdpijn of last van de ogen. Of misschien zelfs grensoverschrijdend gedrag of agressie.
Veel gamen betekent niet direct een verslaving. Wees daarom voorzichtig het als zodanig te benoemen. Bekijk altijd de omstandigheden: is het gamen een gewoonte of nam het juist opeens toe, en waardoor? Is het buiten vies weer? Of zegt je cliënt juist sociale activiteiten af voor het gamen?
Is er wel degelijk sprake van een verslaving? Bekijk dan ook het bredere perspectief. Een verslaving (aan welk middel dan ook) ontstaat altijd in samenhang met andere levensfactoren. Welke behoefte vervult de game voor je cliënt, zodanig dat al het andere in het gedrang komt?
Bespreek samen zowel de plezierige elementen als de risico’s van gamen. Bijvoorbeeld: je beleeft veel avonturen tijdens het gamen, maar omdat je zo lang achter elkaar in een stoel zit heb je nu rugpijn. Geef je cliënt probeerruimte en overleg met je team of de naasten wat er individueel passend is.
Checkvragen
-
Is het terecht dat je je zorgen maakt? Waar baseer je dat op?
-
Welke normen en waarden over games spelen mee?
-
Hoe belangrijk is gamen of appen voor je cliënt? Welke rol vervult het?
-
Wat weet je van de game die je cliënt speelt, of de app?
-
Wanneer wordt het gamen te veel? En wanneer niet? En waarom?
-
Gamet je cliënt opeens meer (en zo ja, waardoor?) of was het altijd al een gewoonte?
-
Komen er andere zaken in het gedrang door het vele gamen? Zoals slaap, zelfverzorging of sociale contacten?
-
Ervaart je cliënt mentale of lichamelijke klachten die ontstaan uit het gamen? Zoals rugpijn of agressie?
-
Vertoont je cliënt grensoverschrijdend gedrag vanuit het gamen?